6 principes voor het verwerven van nieuwe kennis

Deze post is gebaseerd op de presentatie van Pedro de Bruyckere tijdens de Blink-dag op woensdag 16 maart van de educatieve uitgeverij Blink. Hij sprak over mythes in het onderwijs en wat we weten over leren. Eerder schreef ik al de post onderzoek over onderwijs, ook deze is gebaseerd op een presentatie tijdens de blink-dag.

In deze post ga ik verder in op de 6 principes voor het verwerven van nieuwe kennis die hij tijdens zijn presentatie gaf.

1. Leren kost tijd, inspanning en motivatie

Nu denk je, dit wist ik allang. Maar toch herhaal ik het nogmaals. Leren kost tijd, inspanning en motivatie.

Als je het gevoel hebt dat de leerlingen elk jaar dommer worden, komt dat doordat de kloof tussen leerlingen en de leerkracht vergroot is. Er is sprake van de vloek van kennis. Als je eenmaal informatie weet, kan je je niet meer voorstellen hoe het is om het niet te weten. Vaak is het handig om eens te wisselen van niveau of jaar. Zo is alles weer nieuw, voor zowel jou als voor de leerlingen.

2. Concentratie is kort

Leerlingen kunnen ongeveer 20 minuten hun volle aandacht aan iets geven. Tegenwoordig zijn er te veel alternatieven, de mobiel en computers zijn erg aantrekkelijk en stimulerend. Geen wonder dat leerlingen hier veel liever hun tijd aan besteden. Overtuig ze om 20 minuten volledig met de leerstof bezig te zijn, dan leren ze zoveel meer dan dat ze een uur bezig zijn en tussendoor telkens bezig zijn met hun mobiel.

3. Spreid het oefenen

De vergeetcuve van Ebbinghaus geeft erg mooi aan dat herhaling met steeds langere pauzes ertussen zeer bevorderlijk is voor de hoeveelheid stof die onthouden wordt. Als dit niet gebeurt, wordt er op de lange termijn vaak maar 20% onthouden, tegenover de 80% dat onthouden wordt na vier keer te herhalen.

ebbinghaus vergeetcurve

Bron: https://denkvisueel.wordpress.com/diensten/coaching-leergang/

4. De grootste invloed op leren is voorkennis

Als een leerling nieuwe informatie moet leren, is het belangrijk gerelateerde of versimpelde voorbeelden te geven voordat je nieuwe informatie aan gaat bieden. Want als er al iets bekend is over iets, gaat het sneller naar het werkgeheugen. Het is belangrijk dat informatie in het werkgeheugen terecht komt, alleen via die weg kan het terecht komen in het lange termijn geheugen.

Dit is ook waarom leerlingen uit mindere milieus vaak moeilijk vooruit komen. Ze hebben over het algemeen minder ervaringen en basiskennis waardoor de voorkennis minder is. Het leren van nieuwe zaken gaat veel moeizamer omdat de koppeling met voorkennis niet of minder gelegd kan worden en de informatie minder snel in het werkgeheugen komt. Voor deze leerlingen is het belangrijk ze eerst basiskennis aan te reiken en daarna pas verder te gaan met variërende werkvormen zoals zelfontdekkend leren.

5. Multimedia werkt

Zo veel technologie wordt verkeerd gebruikt. Ga uit van het doel en zoek daar het beste middel bij, dit kan ook pen en papier zijn.

Het Amerikaanse bedrijf Amazon kan als voorbeeld genomen worden voor gepersonaliseerd leren dat mogelijk gemaakt kan worden door multimedia. Onder elk product in de webshop lieten ze zien welke producten mogelijk interessant zijn voor de koper. Dit deden ze aan de hand van de tekst “mensen die die dit kochten, kopen vaak ook dit:”. Natuurlijk probeer je met onderwijs niet dingen te verkopen, maar dingen te leren. Een goede toepassing van het Amazon idee kan daarom zijn: “Leerlingen die deze fout maakten, maken vaak ook deze fout:”. Zo stuur je leerlingen naar opdrachten en onderwerpen die anderen met dezelfde fout, ook fout deden. Er is een grote kans dat de leerling baat heeft aan die extra (speciaal uitgezochte) opdracht. Voor zover ik weet wordt dit nog in geen enkele lesmethode toegepast, maar dit is wel een geweldig idee van Pedro.

De leerstijlen zijn onzin, ze zijn zelden bewezen. Ga in plaats hiervan uit van de “Dual Channel Theory”. In deze theorie gaat men er van uit dat er verschillende kanalen zijn voor informatie om binnen te komen. Verschillende kanalen tegelijk kan wel, maar niet verschillende bronnen via hetzelfde kanaal. Voorbeelden van kanalen zijn woord en beeld. Tekst en afbeeldingen tegelijk kan wel, maar tekst en geluid tegelijk niet. Die laatste bestaan beide uit woorden en dit is te veel tegelijk. Een Nederlands gesproken film met Nederlandse ondertiteling aan bieden heeft dus weinig zin, leerlingen steken hier juist minder van op.

6. Leren heeft nood aan actieve geest

Verschillende methodes om te leren geven ook andere resultaten. De slechtste resultaten krijg je met het markeren van teksten . Je parkeert als het ware de kennis en onthoudt waar het is geparkeerd, niet de kennis zelf. Zelf heb ik dit ook ervaren, tijdens een toets wist ik nog precies waar dat begrip stond op de pagina, en op welke pagina, maar wat het betekende? Geen idee.

Om dat te voorkomen laat je je leerlingen zelf testen. Dit is nog beter dan proeftoetsen die gemaakt zijn door leerkrachten. Doordat de leerlingen zelf moeten nadenken over de vraag, en daarna over het antwoord, zijn ze actief bezig met de stof. Wanneer ze actief nadenken leren ze het meeste en dit zullen de resultaten op de echte toets ook laten zien.

Laat in de les voor de toets de leerlingen dan ook brainstormen over vragen waarvan ze denken dat die op de toets gevraagd worden. Typ met ze mee en deel het document met ze. Zo hebben ze een zelf gegenereerde proeftoets die ze actief hebben samengesteld en die ze ook graag zullen gebruiken voor het leren voor de toets.

Een andere methode is het gebruiken van Quizlet als je de leerlingen het helemaal zelf wil laten doen. Op die website kunnen ze zelf begrippen en vragen invoeren, met de betekenis of het antwoord. Deze lijsten kunnen ze op verschillende manieren oefenen. Het werkt vooral goed voor talen en bij het leren van begrippen voor bijvoorbeeld aardrijkskunde. Ik schreef al eerder over deze website en gebruik het zelf ook vaak.

Voor leren is het erg belangrijk dat er tijd, inspanning en motivatie in gestoken wordt, die tijd is vaak maar 20 minuten per keer, met veel herhaling over telkens langere periodes. Hierbij is voorkennis erg belangrijk en kan multimedia een goed hulpmiddel zijn, als de leerling maar zelf actief bezig is.

Geef een reactie