GIS binnen alle onderwerpen van aardrijkskunde

Aardrijkskunde is een breed vak en er vallen veel thema’s onder de lesstof. In lesboeken of eindtermen staan onderwerpen zoals plaattektoniek en vulkanen, maar ook de eigen omgeving van leerlingen. Bij elk onderwerp kunnen kaarten een rol spelen of zijn ze zelfs essentieel. Digitale, interactieve kaarten, veldwerk en GIS zijn dan niet te negeren.
In dit artikel geef ik voor de verschillende thema’s binnen aardrijkskunde aan hoe GIS ingezet kan worden. Bijvoorbeeld door een opdracht te geven waarbij de leerlingen zelf een kaart maken, waar ze met hun telefoon locaties verzamelen of door een StoryMap als bron te gebruiken. Ook is er variatie mogelijk in hoeveel de leerlingen zelf met een kaart moeten doen, zodat de opdracht goed past bij het niveau en het doel van de les.
De 12 thema’s zijn gebaseerd op de eindtermen en op verschillende lesboeken van alle niveaus. Tijdens de voorbereidingen van een nieuw hoofdstuk kan je terugkomen naar deze lijst en kijken of een van de ideeën onder de relevante thema’s past bij waar jouw klas ook mee bezig gaat. Of een opdracht geschikt is voor een klas kan de leraar het beste bepalen, dus kijk vooral zelf ook naar welk niveau haalbaar is.
De thema’s die ik wil behandelen:
- Plaattektoniek en vulkanen
- Weer en klimaat
- Brazilië en Zuid-Amerika
- Arm en rijk
- Cultuur en bevolking
- Migratie
- Mondialisering
- Duurzaamheid/ontbossing
- Wereldvoedselvraagstuk
- Water
- Eigen omgeving
- Kaartvaardigheden
Als er een onderwerp is dat mist, laat het me dan weten!
Plaattektoniek en vulkanen
Dit onderwerp heeft erg veel baat aan interactieve kaarten. Door de verschillende platen op de kaart te zetten en daarna de recente vulkaanuitbarstingen toe te voegen aan de kaart, wordt in een snelle en visuele manier duidelijk dat deze twee verschijnselen met elkaar verbonden zijn. Dit kan je klassikaal laten zien, of de leerlingen het zelf laten ontdekken als opdracht. Een lesplan met de klaargezette kaart is hier te vinden.
Aardbevingen en vulkaanuitbarstingen kunnen op elk moment plaatsvinden, maak gebruik van de actualiteit door leerlingen een aardbeving of uitbarsting uit het nieuws op de kaart op te laten zoeken. Er zijn ook vaak kaarten te vinden met daarop niet alleen de precieze locatie, maar ook het gebied dat beïnvloed wordt door een beving.
Vulkanen gaan vaak gepaard met vruchtbare grond, laat de leerlingen dit ontdekken door een kaart van landgebruik te combineren met de locatie van een vulkaan.
Weer en klimaat
Voor orkanen en wind ga ik standard naar Windy. Deze website laat de richting en snelheid van wind over de hele wereld op een snelle manier zien. Zo is een orkaan die op de VS afkomt te volgen of is wind in Nederland te bekijken. Ook erg fijn voor temperatuur en regen, in één oogopslag is te zien waar op de wereld het regent en waar je morgen het beste naartoe kan reizen voor een zonvakantie.
Om de impact duidelijk te maken van een orkaan, is het goed om leerlingen naar beelden van voor en van na de ramp te laten kijken. Een swipe-kaart met satellietbeelden is daarbij goed te gebruiken, bijvoorbeeld van orkaan Florence.
Brazilië en Zuid-Amerika
Over dit nieuwe examenonderwerp voor havo en vwo heb ik al eerder geschreven, toen deelde ik 10 tools en StoryMaps speciaal voor Brazilië en Zuid-Amerika met jullie die tijdens de les te gebruiken zijn.
Een opdracht die je leerlingen kan geven is ze op zoek te laten gaan naar ontbossing, door satellietbeelden uit verschillende jaren te vergelijken. Dit kan met de Google Earth Engine Timelapse. Daarna is het met Global Forest Watch mogelijk om voor heel Brazilië het verlies aan bos te berekenen.
Een andere mogelijke opdracht, ook met satellietbeelden, is leerlingen de ruimtelijk zichtbare segregatie te laten zoeken. Favelas en gated communities zien er op satellietbeelden erg anders uit, en in sommige gevallen liggen deze recht naast elkaar. Door leerlingen op een zoektocht te sturen naar plekken waar dit goed zichtbaar is, beleven ze hoe dichtbij de twee werelden bij elkaar liggen.
Arm en rijk
Het verschil tussen arm en rijk komt op sommige plekken op de wereld erg dicht bij elkaar. Door demografische gegevens op de kaart te zetten, bijvoorbeeld het inkomen per buurt, is dit te zien. Laat leerlingen bijvoorbeeld op zoek gaan naar twee aangrenzende buurten met het grootste contrast. Om niet alleen bij cijfers te blijven is het goed om ze ook een voorstelling te laten maken van hoe het leven is in twee plekken. Demografische gegevens van de verenigde staten, zoals het inkomen, is te vinden in de living atlas binnen ArcGIS Online.
Ook in Nederland zijn er verschillen tussen arm en rijk. CBS heeft hier data en kaarten over. Aan de hand van een kaart over welvaart, behandel klassikaal welke gebieden opvallen qua hoge of lage welvaart. Verdeel dan de gebieden over de klas en laat de leerlingen uitwerken waarom juist op die plek veel arme of rijke mensen wonen.
Cultuur en bevolking
Niet overal op de wereld wonen evenveel mensen, de bevolkingsdichtheid verschilt erg van gebied tot gebied. Op deze wereldwijde kaart van bevolkingsdichtheid is dat goed te zien. Combineer deze kaart met verschillende andere verschijnselen, zoals vulkanen, natuurgeweld en klimaat om te kijken of er opvallende dingen zijn.
Ook is het mogelijk om te zoeken naar een land met een vergelijkbare bevolkingsdichtheid als in Nederland, en te kijken hoe dat land omgaat met ruimtelijke planning en hoe de cultuur daar is.
Op het gebied van cultuur kunnen leerlingen een bepaald gebied of een bepaalde cultuur onderzoeken en hun resultaten delen door een StoryMap te maken. Hierin kunnen afbeeldingen, video’s en tekst gecombineerd worden met kaarten. Zo kan een cultuur omschreven worden door verschillende media op een overzichtelijke manier te gebruiken.
Migratie
Op het gebied van migratie heeft Laura van den Bosch voor haar afstuderen lesmateriaal gemaakt waarin verschillende personages worden gevolgd tijdens hun migratie. Dit wordt gedaan aan de hand van verhalen, foto’s en kaarten. Bij deze StoryMap zit leerlingenmateriaal met informatie en opdrachten, ook heeft ze een docentenhandleiding geschreven. De StoryMap is hier te vinden.
Andere manieren om migratie te behandelen met GIS is door leerlingen zelf een route in te laten tekenen aan de hand van iemands verhaal. Bijvoorbeeld een verhaal uit het nieuws, of een immigrant die nu in de omgeving van de school woont. Waar komt deze persoon vandaan, hoe was zijn leven daar, welke route en obstakels kwam hij/zij tegen, waar is hij/zij nu terecht gekomen en hoe is het leven daar? De route is te tekenen in ArcGIS Online of een andere GIS en de leerling vertelt in een presentatie hierover. Of de leerling neemt de route op in een StoryMap en schrijft daar het verhaal erbij, en levert dat in.
Als je meer naar cijfers wilt kijken, kan deze kaart bruikbaar zijn. Hierop wordt migratie per land visueel weergegeven op een 3D globe. Klik op pauze en kies dan Nederland om de cijfers van de migratie te bekijken.
Mondialisering
Laat leerlingen een kaart maken van plekken waar hun kleding is gemaakt, van plekken waar ze mensen kennen buiten Nederland, of van de kantoren over de hele wereld van een Nederlands bedrijf. Leerlingen hebben al zoveel te maken met de wereld, ook al hebben ze dat misschien zelf niet zo door. Door zelf plekken op de kaart te zetten, hebben leerlingen door dat de hele wereld verbonden is.
Duurzaamheid/ontbossing
Ontbossing noemde ik al bij het onderdeel over Brazilië en Zuid Amerika. Het is natuurlijk ook verder te trekken dan alleen de ontbossing in de Amazone, neem bijvoorbeeld ook Indonesië me. Of kijk dichter bij huis, vindt er ontbossing plaats in Europa? Hiervoor is Global Forest Watch een hele goede tool, het maakt het makkelijker om bossen te monitoren.
Op het gebied van duurzaamheid kan er gekeken worden naar de werelddoelen die in 2016 gesteld zijn. Welke landen zijn al goed op weg? Deze StoryMap kan daarbij helpen.
De plastic soep die in de oceanen rond drijft is niet bepaald duurzaam. Waar komt al dat plastic vandaan en hoe komt dat in de oceaan? Met behulp van deze StoryMap is dit uit te leggen en hopelijk hebben leerlingen door wat het effect is als ze plastic op straat gooien.
Wereldvoedselvraagstuk
Laat de leerlingen zelf een kaart maken met daarop de plekken in de wereld waar het meeste rijst of graan verbouwd wordt. Om meer informatie toe te voegen, kunnen ook de handelsstromen in kaart gebracht worden. Hoe komt de rijst bijvoorbeeld in Nederland? Door dit zelf in kaart te brengen, i.p.v. een kant en klare kaart te bekijken, moeten de leerlingen er veel meer over nadenken en blijft de informatie beter hangen.
Water
Oceaanstromen kunnen complex zijn om te begrijpen. Met een interactieve 3D kaart wordt het misschien duidelijker voor leerlingen. Laat ze het aan de hand van de stromingen de locatie vaststellen waar een plastic flesje terecht kan komen als deze in de zee gegooid wordt. Als dit te moeilijk is kan je gebruik maken van een tool, die dit inclusief kaart, voor je berekend.
Met GIS is ook te kijken naar droogte en overstromingen. De beelden van de sentinel explorer zijn zo klaar te zetten dat de kaart laat zien waar water is en waar het droog is. Laat de leerlingen deze kaarten gebruiken bij het beantwoorden van vragen over welke landen waterproblemen hebben.
Eigen omgeving
Door middel van veldwerk kunnen leerlingen hun eigen omgeving onderzoeken en beter leren kennen. Hierbij is GIS uitermate geschikt. Veldwerk is het verzamelen van informatie op een bepaalde locatie. Door de locatie vast te leggen en de informatie daaraan te koppelen, is alle informatie op een geografische manier te analyseren. Het analyseren zal op een computer moeten gebeuren, bijvoorbeeld als de hele klas data heeft verzameld. Het inwinnen van data zelf kan prima met het favoriete apparaat van leerlingen; hun smartphone.
Zo kan er onderzoek gedaan worden naar straatvuil, openbare inrichting, grondsoort, beplanting, het aantal mensen dat binnen 1 minuut door de straat loopt, graffiti, water en nog veel meer. Met Survey123 binnen ArcGIS Online is gemakkelijk een vragenlijst te maken die de leerlingen met hun smartphone op locatie in kunnen vullen. De resultaten worden live op de kaart weergegeven en kunnen gesymboliseerd worden aan de hand van de antwoorden. Goed voor een klassikale opdracht of zelfs als project voor de hele school!
Kaartvaardigheden
Met alle bovenstaande activiteiten waarbij GIS of digitale kaarten gebruikt worden, worden ook de kaartvaardigheden van leerlingen getraind. Als je GIS dus vaak ingebouwd in de les, zal het minder nodig zijn om specifieke lessen te besteden aan kaartvaardigheden. Hou toch rekening met met dat leerlingen buiten school naast digitale kaarten ook papieren kaarten zullen tegenkomen, dus blijf die ook zeker gebruiken!
Zodra leerlingen zelf aan de slag gaan om een kaart te maken, als onderdeel van een opdracht, besteed er dan aandacht aan dat ze dit op de juiste manier doen. Zoals in het document ‘Handreiking schoolexamen aardrijkskunde havo/vwo’ aangegeven wordt, is het belangrijk om rekening te houden met het volgende:
De leerling kan geografische informatie verwerken tot een kaart. Hierbij kiest hij:
- de geschikte projectie en schaal;
- het geschikte type elementen: punten, lijnen, vlakken of stroompijlen;
- een geschikte klassenindeling;
- welke informatie (welke elementen en attributen) wordt opgenomen, en hoe die informatie wordt gegeneraliseerd;
- de geschikte cartografische variabele zoals grootte, vorm, richting, kleur en /of grijswaarden.
De keuze hangt af van het doel van de kaart en de kenmerken van de informatie. Afhankelijk van de keuze van het type elementen ontstaan verschillende soorten kaarten, zoals stippenkaarten, isolijnenkaarten, anamorfosekaarten. (SLO, 2015)
Dit is in een aparte les te behandelen, maar kan ook tijdens andere onderwerpen aan bod komen, als de leerlingen een kaart moeten maken als opdracht.
Bij alle twaalf onderwerpen is het mogelijk om GIS in te zetten om de les te ondersteunen. Hopelijk heb ik jullie genoeg voorbeelden en ideeën gegeven om ermee aan de slag te gaan! Als je een ander onderwerp hebt waarbij je graag GIS zou willen gebruiken, laat het me weten! Ik denk graag mee.