Digitaal veldwerk – deel 1

Traditioneel betekende veldwerk dat de hele klas opgedeeld werd in groepjes en dat ze naar buiten moesten, weer of geen weer. Met pen en papier verzamelden leerlingen data, beantwoorden ze vragen en proberen ze de route te volgen die meegegeven is op papier. In de praktijk misschien een goed idee, maar uiteindelijk kwam dit uit op slecht handschrift doordat leerlingen op elkaars rug schreven, bevlekt papier door de regen en verdwaalde leerlingen omdat ze niet goed gelezen hadden (of omdat de route niet duidelijk beschreven was). Eenmaal terug op school moesten alle antwoorden ontcijfert en beoordeeld worden. Sommige docenten gingen daarna nog een stap verder om vragen over verschillende gebieden van de stad met elkaar te vergelijken. Dat betekende dat alles in de computer gezet moest worden, bijvoorbeeld in Excel, of dat er een kaart geschetst werd. Activiteiten die veel tijd in beslag namen en waar de leerlingen lastig een rol in konden spelen. Veldwerk had daarom niet altijd een erg positief beeld en kwam vanwege de tijdsinvestering niet vaak aan bod.
Dit is erg jammer, want een belangrijk onderdeel van aardrijkskunde is het leren kennen van de eigen omgeving. Door processen en begrippen te koppelen aan de directe omgeving van de school of woonplaats is het voor leerlingen makkelijker de lesstof te onthouden. De omgeving is ook een ideale plek om een aardrijkskundig onderzoek uit te voeren. Doordat de locatie bereikbaar is voor de leerlingen kunnen ze zelf data verzamelen om te gebruiken in hun onderzoek. Hierdoor leren ze hoe ze onderzoek moeten doen én leren ze natuurlijk over een aardrijkskundig onderwerp binnen hun eigen omgeving. Beide zijn erg waardevol!
Digitaal
Hoe zijn deze voordelen dan toch te behalen, op een andere wijze dan de traditionele manier? Met digitaal veldwerk. Nee, dat betekent niet dat leerlingen achter de computer zitten en in een soort virtuele wereld ‘veldwerk’ doen. Leerlingen gaan zeker nog wel naar buiten, maar dan met een smartphone of tablet i.p.v. met pen en papier.
Op hun smartphone kunnen leerlingen de locaties van bepaalde objecten vastleggen, samen met interessante informatie erover. Dit kunnen ze snel en gemakkelijk opslaan en zodra ze internet hebben, delen met docent. Doordat er gebruik gemaakt wordt van de GPS van het apparaat, heeft elke observatie of elk object een bepaalde locatie. Dit maakt het een stuk makkelijker om achteraf (geografische) patronen te herkennen.
Zwerfvuil
De locaties van prullenbakken en straatvuil kunnen bijvoorbeeld verzameld worden in het kader van duurzaamheid en stadsplanning. Door deze gegevens samen op één kaart te zetten is het mogelijk om ‘blinde vlekken’ vast te stellen. Plekken waar veel zwerfafval is, maar geen prullenbakken zijn. Zo kunnen plekken geïdentificeerd worden waar prullenbakken nodig zijn. Als zo’n project grootschalig aangepakt wordt voor een groot deel van de stad, heeft de gemeente misschien ook wel interesse in het resultaat!
Met de smartphone als manier van verzamelen, is dit erg makkelijk te bereiken. Van te voren maakt je als docent een soort van vragenlijst aan, ik raad hiervoor Survey123 van Esri aan. Hierin staan de vragen die de leerlingen voor elk object moeten beantwoorden. In het bovenstaande geval zal de eerste vraag zijn of ze een prullenbak of zwerfafval willen vastleggen. Daarna kan er een vraag toegevoegd worden over het soort afval; plastic, karton, enzovoort. Voor een prullenbak kan nog meegenomen worden of er sprake is van afvalscheiding. De leerlingen kunnen ook een foto toevoegen aan de vragenlijst. Als laatste sturen ze natuurlijk ook de locatie mee, op basis van de GPS van het apparaat. Daarna lopen de leerlingen verder en als ze weer een prullenbak of afval tegenkomen, vullen ze de vragenlijst opnieuw in en maken ze een tweede ‘object’ aan op de kaart.
Screenshots van een voorbeeld survey – klik op de afbeelding om zelf de (demo) vragenlijst in te vullen
Zodra de telefoons of tablets verbonden zijn met het internet, zal die kaart automatisch geüpdatet worden en volstromen met observaties van leerlingen. Locaties met prullenbakken kan je een groen gekleurde stip geven, zwerfafval rood. Zo wordt langzaamaan duidelijk wat zich waar bevind en of er ‘blinde vlekken’ zijn. Hiervoor is het wel van belang dat leerlingen op alle plekken binnen een bepaald gebied komen. Afspraken maken over welk groepje welke straten in kaart brengt, is dan ook essentieel voor een eerlijke kaart.
Op deze manier kan veldwerk gemakkelijk, snel en op een leuke manier gedaan worden. Leerlingen zullen blij zijn dat ze hun smartphone kunnen gebruiken en tijdens de verwerking van de data staat er binnen een paar klikken een kaart klaar waar meer informatie uitgehaald kan worden.
Zoals ik hierboven al aangaf, de tool Survey123 heeft mijn voorkeur voor dit soort veldwerk. Het is een onderdeel van ArcGIS Online en als je een gratis ArcGIS voor op School-leeromgeving aanvraagt, krijg je ook toegang tot Survey123.
In deel 2 zal ik een instructie geven van hoe je Survey123 precies kan gebruiken om een veldwerkles op te zetten.