Onderzoekend leren met GIS

Traditioneel staat het vak aardrijkskunde op het voortgezet onderwijs vaak in het teken van ‘leren en luisteren’, leerlingen leren de topografie uit hun hoofd, leren de begrippen en luisteren naar de leraar die prachtige verhalen verteld. Helaas komt er dan maar weinig van ‘aardrijkskunde doen’. En dat is juist wat het vak zo mooi maakt, het praktische.

Met onderzoekend leren laat je de leerlingen zelf op onderzoek uitgaan, om een vraag te beantwoorden. Aan de hand van de onderzoeksvraag gaan ze op zoek naar informatie of doen ze experimenten om de vraag te beantwoorden. Zo staan de leerdoelen niet vast en is het eindresultaat afhankelijk van de eigen inbreng, creativiteit en verwondering van de leerlingen. In deze blog-post wil ik met jullie delen hoe je binnen het vak aardrijkskunde onderzoekend leren kan toepassen.

Dat doe ik natuurlijk, hoe verrassend, aan de hand van GIS. Met deze tool is het mogelijk om geografische data om te zetten in kaarten, dit kan met openbare data of met zelf verzamelde data. Ook zijn er via GIS honderden kaarten kant en klaar beschikbaar en is de informatie gemakkelijk te combineren. Een super handige tool voor aardrijkskundig onderzoek! Natuurlijk zijn er ook andere manieren om onderzoek te doen, zonder GIS, geef je leerlingen daar zeker de ruimte in en laat ze gebruiken wat ze denken nodig hebben.

Onderzoekend leren kan verdeeld worden in verschillende stappen, die samen een cyclus vormen. Aan de hand van deze cyclus kan het proces van onderzoekend leren doorlopen worden, GIS kan toegepast worden in bijna elke stap. In de afbeelding hieronder is de cyclus van het onderzoekend leren weergegeven. Onder de afbeelding zal ik per stap een toelichting geven van hoe GIS gebruikt kan worden door leraar en leerlingen.

onderzoekend leren

Cyclus onderzoekend leren – Bron: https://www.ipo-wt.nl/w-t-theorie/

1. Verwonderen

Voorafgaand aan het onderzoek moet de verwondering van de leerlingen geprikkeld worden. Dit kan met een filmpje, een proefje of door een bijzondere kaart. Als je het over water gaat hebben kan je bijvoorbeeld een kaart laten zien van hoe Nederland er vroeger uitzag of hoe Nederland er nu uit zou zien zonder dijken. Dit zorgt voor een wauw-effect waardoor je meteen de aandacht van de leerlingen hebt. Dit is ook het moment waarop je de onderzoeksvraag deelt.

zeespiegelstijging

Hoe Nederland er in 2300 misschien wel uitziet. Kaart getekend door Kim Cohen, via Vrij Nederland

2. Verkennen

Bij elk onderzoek en elke les is het goed om te kijken wat de leerlingen al weten, ofwel wat hun voorkennis is. Over het algemeen is dit niet iets wat je met GIS kan doen, meestal zal je hier veel vragen aan de leerlingen stellen, ze zelf laten nadenken over wat ze al weten. Voor sommige onderwerpen zou je wel locaties op een kaart kunnen zetten, bijvoorbeeld alle plekken die de leerlingen kunnen opnoemen waar dijken zijn. Deze kaart kan je aan het einde te vergelijken met de kaart die uit het daadwerkelijke onderzoek is gekomen.

3. Onderzoek opzetten

Nu de klas weet wat er onderzocht moet worden, kunnen ze gaan kijken hoe ze dit gaan doen. Hierbij is het belangrijk om de onderzoeksvraag concreet te maken, denk hierbij aan een bepaalde tijdsperiode, een gebied of mogelijke oorzaken. Verder is dit het moment om als docent manieren aan te reiken waarop je leerlingen de onderzoeksvraag kunnen beantwoorden. Als het een vraag is die ze met GIS kunnen beantwoorden, leg in een les dan uit hoe dit zou werken, of doe een deel samen.

4. Onderzoek uitwerken

Bij een onderzoek met GIS kan je denken aan het verzamelen van data in het veld met Survey123 en dit analyseren maar ook het bekijken/combineren/analyseren van openbaar beschikbare data. Dit onderdeel kan alle kanten op gaan, maar als de leerlingen ervoor kiezen om de vraag te beantwoorden met behulp van GIS, zorg er dan voor dat je eventuele (technische) vragen kan beantwoorden.

5. Concluderen

Aan de hand van het onderzoek in GIS kunnen de leerlingen conclusies trekken. Welke patronen zijn te herkennen in de data? Wat zegt de kaart over bepaalde locaties? Waar is een fenomeen meer of minder? Hoe komt het dat op een bepaalde locatie iets wel of juist niet plaatsvind? Allemaal zaken om aan te denken die je vaak uit een kaart kan halen.

6. Presenteren

Na het concluderen en dus het beantwoorden van de onderzoeksvraag horen de leerlingen die ook te presenteren. Zo kunnen leerlingen hun antwoorden met elkaar delen. Daag de leerlingen hier ook uit om ook het proces te presenteren, hoe ze tot het antwoord zijn gekomen. Dit is namelijk ook erg leerzaam voor de anderen. Presenteren van geo-informatie kan uitstekend via ArcGIS Online of in een Esri StoryMap.

CBS gemeentelijke herindelingen.PNG

Leerlingen kunnen hiermee kaarten, afbeeldingen, video’s en teksten combineren en hun antwoorden op een interactieve manier presenteren. Dit kan in een klassikale setting, maar een StoryMap is ook gemakkelijk online te delen met docenten, andere leerlingen en ouders. Als je nog tips nodig hebt voor het maken van een StoryMap met leerlingen, kan je mijn artikel van vorige week bekijken.

Hopelijk helpen deze tips om onderzoekend te leren met GIS. Laat het me weten als je op deze manier een onderzoeksvraag met je klas hebt kunnen beantwoorden! Ik hoor graag jullie succesverhalen 🙂

 

Geef een reactie